Running mates
Zodra de presidentskandidaten bekend zijn, begint de zoektocht naar een 'running mate' - een vicepresidentskandidaat. Het bijzondere aan dit proces is dat hij of zij niet wordt gekozen door de bevolking of door de partij, maar door de presidentskandidaat zelf en het campagneteam.
Hierdoor wordt er helaas niet altijd gekeken naar het meest belangrijke aspect: of die persoon ook echt GESCHIKT is om de president eventueel te vervangen. Een campagneteam kijkt namelijk eerder naar het effect dat de keuze op de campagne kan hebben. Zo kan het zijn dat het team van John McCain in 2008 met dorpsgek Sarah Palin op de proppen kwam, waarover later meer.
Vetting
Bij het kiezen van een running mate wordt er een lijst gemaakt met mogelijke kandidaten en iedereen wordt zeer grondig onderzocht. Het vetting process, zoals dat wordt genoemd, duurt maanden en over elke optie wordt een dik dossier aangelegd. Zo'n dossier bevat alle (al dan niet belastende) informatie die bij een presidentscampagne naar boven zou kunnen komen: affaires, schandalen, buitenechtelijke kinderen, financiƫle gegevens; alle mogelijke mediagranaten worden opgespoord. De onderzochte kandidaten dienen volledige openheid van zaken te geven.
Compensatie
Ook wordt er gekeken naar de zwakheden van de presidentskandidaat zelf. Ligt die bijvoorbeeld slecht bij de Latino's, wordt de voorkeur gegeven aan een vicepresidentskandidaat die dat deel van de bevolking wel kan bekoren. Die compensatie vindt op allerlei vlakken plaats. Bij een onervaren, jonge kandidaat (zoals Obama destijds), wordt een ervaren Washington-insider (zoals Joe Biden) gezocht en naast iemand die Amerika bijna nooit verlaat (George W. Bush b.v.) wordt een ervaren rot met een berg buitenlandervaring gezet (zoals Dick Cheney).
Gerald Ford
Als de president gekozen is, wordt de running mate dus the first in line. Toen Richard Nixon in 1974 aftrad, volgde vicepresident Gerald Ford hem op. Het frappante is dat Ford de afgetreden vicepresident Spiro Agnew (omkoping en belastingfraude) slechts acht maanden daarvoor had opgevolgd!
Ford werd dus president en vicepresident zonder campagne te hebben gevoerd. Lang hield hij het niet vol, want twee jaar later werd hij door Jimmy Carter verslagen en was zijn presidentschap alweer ten einde.
Wat dat betreft deed Lyndon B. Jonhson het beter. De VP onder John F. Kennedy werd na de beroemde moord in Dallas plotseling president (aan boord van Air Force One ingezworen) en in 1964 werd hij wel eigenhandig herkozen. Tegenwoordig wordt hij als onder de betere presidenten geschaard.
Sarah Palin
Bij een overwinning van John McCain (toen toch al 72), was Sarah Palin a heartbeat away from the presidency geweest. McCain stond achter in de peilingen in 2008, toen de selectieprocedure begon. Het campagneteam wilde het tij keren en was wanhopig op zoek naar een keuze die voor een ommekeer zou kunnen zorgen. (Voor de liefhebber: Mark Halperin en John Heilemann schreven het fascinerende boek 'Game Change' over de campagne van '08.) Na talloze kandidaten te hebben onderzocht, kwam campagnestrateeg Steve Schmidt plotseling op Palin. Een opzienbarende keuze, maar er was wel een groot probleem: het vetting process moest in vijf dagen (!) worden afgerond.
Paniekerig werd besloten om voor deze alles-of-niets optie te gaan en een haastig vooronderzoek werd afgerond. Palin werd overgevlogen en een onwaarschijnlijk duo was geboren. Al heel snel bleek dat Palin nagenoeg nergens iets van afwist en totaal overrompeld werd door alle aandacht. Het campagneteam kon slechts toekijken hoe een blunderende Sarah Palin de presidentiƫle campagne alleen maar schaadde.
Schmidt betuigde later zijn spijt en gelukkig werd er vier jaar later al lering getrokken uit deze bizarre episode, want het idee van President Palin zagen zelfs de Republikeinen niet zitten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten